Als Nieuw-Yorker en Amerikaan denk je helemaal niet na over de de geschiedenis van NYC tijdens het alledaagse leven, maar toch zie je overal kleine details die wat vertellen over het verleden. Zowel in de architectuur, taal en cultuur kan je hints vinden over hoe de bevolking de Nederlandse cultuur in haar eigen geheel heeft meegenomen.
Nieuw Nederland was een gebied groter dan alleen de stad Nieuw Amsterdam. Iets noordelijker waren de Engelsen, die de stad Boston hadden gestart. De Nederlanders dreven handel over de Hudson River en 4 decennia na de stichting van Nieuw Amsterdam was het uitgegroeid tot een levendige havenstad.
Boston was ook succesvol, maar een groot verschil tussen de twee was dat, zoals je van Nederlanders kan verwachten, Nieuw Amsterdam veel toleranter was. Zo waren er rond halverwege de 17de eeuw in veel landen oorlogen over geloof en zowel Nederland en Nieuw Nederland waren een toevluchtsoord.
Een voordeel van deze tolerantie was dat de economie sneller kon groeien omdat iedereen welkom was z’n ambities te volgen en mee te doen aan de handel. Sterker nog, iets toevoegen aan de samenleving was bijna de enige eis waaraan bewoners moesten voldoen.
In het hedendaagse New York zie je nog steeds overal diversiteit, met verschillende soorten winkels en restaurants die gerund worden door mensen van allerlei afkomsten. Het oude Nederlandse idee van iedereen krijgt een kans om hier wat van zichzelf te maken is nog steeds duidelijk aanwezig in de cultuur van NYC
Helaas duurde het niet lang voor de Engelsen de stad overnamen en 10 jaar later heel Nieuw Nederland. Ondanks de verandering in beleid is er toch veel bewaard gebleven, zoal boerderijhuizen aan de rand van NYC die voor Nederlanders toch herkenbaar zijn.
De bouwstijl werd aangepast aan welke materialen er te vinden waren, en als resultaat werd een nieuwe stijl ontwikkeld: Dutch Colonial, welke je nog vaak terugziet op andere plekken in de VS.
In Manhattan is de lay-out van de straten hetzelfde gebleven sinds ze voor het eerst aangelegd werden en daarnaast hebben de Nederlanders ook de taal meegenomen, en dat zie je terug in straatnamen, maar ook woorden zoals dollar (daalder), stoop (stoep) en cookie (koekje). Zo heb je Coney Island, wat zo genoemd omdat er veel wilde konijnen leefden. Verder is er Brooklyn (Breukelen), Wall Street (Waalstraat) en Harlem (Haarlem). Sommige hebben namen die gingen over welk soort producten daar verkocht werden. Er was bijvoorbeeld Paerlstraat, zo genoemd door de oesters in de haven en Beverstraat waar gehandeld werd in pels.